Als je de gelijkzijdige driehoeken in een driehoekig patroon stopt ontstaat er weer een driehoek. Op de eerste rij één, op de tweede drie, op de derde vijf, op de vierde zeven etc driehoeken naast elkaar. Elke rij komt er het volgende oneven getal aan driehoeken bij dus. En laat nou makkelijk te bewijzen zijn dat als je de eerste n oneven getallen bij elkaar optelt dat daar n2 uitkomt (Σ2n-1=n2). En dus heb je bijvoorbeeld bij 8 bits 28 getallen. De wortel daarvan is natuurlijk 24=16 en dus kun je met 8 bits een driehoek maken met 16 rijen. Afijn. Dat is het wiskundige verhaal. Misschien vind je ze gewoon mooi.


8 bits triangles, black on white, in sequence (nr. 09-01)
  • 8 bits dus 28 = 256 driehoeken
  • Geplot op CANSON® XL® Bristol Bristolpapier A4.
  • Zwarte pen, met pigment
  • Op volgorde van linksboven naar rechtsonder.
  • Afmetingen: 22x19cm

 

 


8 bits triangles, black on white, shuffled (nr. 09-02)
  • 8 bits dus 28 = 256 driehoeken
  • Geplot op CANSON® XL® Bristol Bristolpapier A4.
  • Zwarte pen, met pigment
  • Door elkaar geschud, elke driehoek is anders
  • Afmetingen: 22x19cm

 

 

Detail

 

 

 

 

 

 

 


6 bits triangles, black on white, shuffled
  • 6 bits dus 26 = 64 driehoeken
  • Geplot op CANSON® XL® Bristol Bristolpapier A5.
  • Zwarte pen, met pigment
  • Door elkaar geschud, elke driehoek is anders
  • Afmetingen: 15×13 cm