Bij een ternaire plot maak je twee beslissingen: hoe verbeeld je drie staten en hoe verhouden zich de opeenvolgende trits. Het uitgangspunt zijn de “balanced ternary numbers” dus ik moet “T” (-1) en “1” (1 dus) een soort van tegenstelling geven en “0” een middenpositie. Ik heb hier gekozen om ellipsen te tekenen. Een platte, liggende, in geval van een “T”, een hoge, staande, in geval van een “1” en een cirkel in geval van een “0”. Voor de opeenvolgende trits heb gekozen om, zoals ik bij de binaire plots ook van gedaan heb, steeds grotere elementen te tekenen in elkaar.
4 trits circles and ellipses, white on black, in sequence (nr. 14-01)
- 4 trits dus 34 = 81 vormen (9×9)
- Geplot op Fabriano BLACK BLACK papier, 300g A4.
- Zilveren pen (Mitsubishi Uni-bal)
- Op volgorde van linksboven naar rechtsbeneden
- Afmetingen: 15×15 cm
4 trits circles and ellipses, silver on black, shuffled (nr. 14-02)
- 4 trits dus 34 = 81 vormen (9×9)
- Geplot op Fabriano BLACK BLACK papier, 300g A4.
- Zilveren pen (Mitsubishi Uni-bal)
- Op volgorde van linksboven naar rechtsbeneden
- Afmetingen: 15×15 cm
6 trits circles and ellipses, black on white, in sequence (nr. 14-03)
- 6 trits dus 36 = 729 vormen (27×27)
- Geplot op CANSON® XL® Bristol Bristolpapier A4.
- Zwarte pen, met pigment
- Op volgorde van linksboven naar rechtsonder
- Afmetingen: 18×18 cm
6 trits circles and ellipses, black on white, shuffled (nr. 14-04)
- 6 trits dus 36 = 729 vormen (27×27)
- Geplot op CANSON® XL® Bristol Bristolpapier A4.
- Zwarte pen, met pigment
- Door elkaar, elk element is uniek
- Afmetingen: 18×18 cm